A R T I K E L E N   >> R E C H T

  home   |  artikelen   |  boeken   |  mailinglist   |  links   |  bio   | contact


Internet
Recht
Providers
E-commerce
Spam
Filteren
Privacy
Aftappen
Echelon
Hacken
Virussen
Beveiliging
Cybercultuur
Agents
Kunst
Recensies
Media
Browsers
Vrouwen
Kinderporno
Misc

Cd roms
Spelletjes
Educatief

Communicatiegrondrechten

'Herzie artikel 7 van de Grondwet'

Marie-José Klaver
(NRC Handelsblad, 27 mei 2002)

In een tijd van e-mail en sms staat de vrijheid van meningsuiting op de tocht, aldus de jurist Lodewijk Asscher in zijn dissertatie. Daarom moet volgens hem de Grondwet worden aangepast aan de moderne tijd.

De Nederlandse Grondwet is niet geschikt voor de informatiesamenleving. De artikelen die de vrijheid van meningsuiting en de communicatievrijheid beschermen zijn dringend aan herziening toe. Dat concludeert de jurist Lodewijk Asscher die op 23 mei jl. op het proefschrift Communicatiegrondrechten is gepromoveerd.

Asscher, onderzoeker aan het Instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam, stelt vast dat de Grondwet niet voldoende bescherming biedt omdat nieuwe technologie zoals het world wide web of e-mail niet worden genoemd. Artikel 7, dat de vrijheid van meningsuiting beschermt, gaat in principe uit van de drukpers, radio en televisie. ,,De techniekafhankelijkheid van het artikel verhoudt zich slecht met de informatietechnologische ontwikkelingen. De techniek van het gebruikte communicatiemiddel of de gebruikte informatiedrager bepaalt thans het beschermingsniveau.", aldus Asscher in zijn proefschrift.

Ook andere aspecten van vrijheid van meningsuiting, zoals toegang tot informatie en het verspreiden van uitingen, vallen buiten artikel 7. Dat kan volgens de jurist "nu of in de toekomst een knelpunt (…) opleveren bij de bescherming van de vrijheid van meningsuiting."

Artikel 13 van de Grondwet beschermt het recht om in het geheim te communiceren. Het artikel beperkt zich echter expliciet tot de brief, de telefoon en de telegraaf. Moderne vormen van communicatie zoals e-mail, SMS, gesprekken in chatrooms of op digitale prikborden worden niet beschermd.

Een voorstel tot wijziging van artikel 13 uit 1997 is afgewezen door de Tweede Kamer. De regering wilde het grondwetsartikel veranderen in een onschendbaar recht op ,,vertrouwelijke communicatie". Deze formulering werd door zowel politici als juristen bekritiseerd omdat de wetgever uitging van besloten, enigszins beveiligde communicatie. Communicatie die tijdens het transport niet beveiligd is, valt buiten het wijzingsvoorstel. Dat zou nadelige gevolgen hebben voor communicatie via internet. Elektronische post bijvoorbeeld wordt door de meerderheid van de internetgebruikers onbeveiligd verstuurd en ontvangen. E-mail passeert bovendien vele stations op weg van de afzender naar de ontvanger en kan gemakkelijk onderschept worden door bijvoorbeeld systeembeheerders van internetaanbieders. De gebruiker heeft zelf geen invloed op de transportfase.

Het Europese recht beschermt de vrijheid van meningsuiting en het communicatiegeheim beter, vindt Asscher. Het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) maakt gebruik van ruimere en techniek-onafhankelijke formuleringen. De tekst van het artikel dat de vrijheid van meningsuiting beschermt, luidt: ,, Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken (…)". Internet en andere nieuwe technieken worden in dit artikel op dezelfde manier beschermd als de drukpers en de omroepen. Ook het ontvangen en verspreiden van informatie worden beschermd.

Bij de aanpassing van de Grondwet moet volgens Asscher goed gekeken worden naar het EVRM en de Amerikaanse constitutie, die ook een ruime bescherming van de vrijheid van meningsuiting en het communicatiegeheim kent. Grondwetsartikelen moeten techniek-onafhankelijk geformuleerd worden. Alle fasen van het communicatieproces (onder meer toegang, ontvangst, verspreiding en transport) moeten volgens Asscher beschermd worden.

Een andere belangrijke aanbeveling die Asscher doet in zijn proefschrift is de bescherming van verkeersgegevens. Niet alleen de inhoud van de communicatie moet beschermd worden, ook de technische sporen. Deze technische sporen (wie e-mailt met wie, hoe lang was een gebruiker met internet verbonden, welke sites heeft hij bezocht) geven veel prijs over de aard van de communicatie en de gedragingen van burgers. Ze worden veel gebruikt in strafprocessen omdat ze gemakkelijk verkrijgbaar zijn.

Lodewijk Asscher: Communicatiegrondrechten. Een onderzoek naar de constitutionele bescherming van het recht op vrijheid van meningsuiting en het communicatiegeheim in de informatiesamenleving. Otto Cramwinckel Uitgever.

Homepage Lodewijk Asscher: www.ivir.nl/medewerkers/asscher.html

(Verschenen in NRC Handelsblad, 27 mei 2002)

mjk@marie-joseklaver.nl

30 mei 2002




Bovenkant pagina