Bankruptcy Stuff
Blinded by the site
Marie-José Klaver
(Internet in Business, februari 2001)
In de Verenigde Staten zijn afgelopen jaar ruim 41.000 mensen ontslagen bij Internetbedrijven. Het aantal faillissementen loopt in de vele honderden. Ook in Nederland wordt het klimaat voor dotcoms steeds ongunstiger. Toch wordt er meer geïnvesteerd dan ooit. Ruim baan voor de èchte Internet-ondernemer.
Het staat er verontschuldigend. "Due to the unfavorable climate on the financial markets, Prezz is limiting its activities to providing European headlines." De startup Prezz.com van Guikje Roethof, voormalig Tweede Kamerlid voor D66, is ermee opgehouden. Op de Europese nieuwssite zijn alleen nog maar koppen te vinden van de gratis nieuwsdienst Moreover. De redactie is bij gebrek aan vervolgfinanciering ontslagen.
Wat ging er mis? "We hebben erg lang, namelijk zeven maanden, met een financier gesproken die er veel in zag, maar op het laatste moment niet kon leveren. Met deze financier hebben we ook een letter of intent getekend voor een investering van drie miljoen euro. Een dag voor de closing hoorden we dat het werd uitgesteld. Twee maanden later hoorden we dat ze helemaal niets meer wilden investeren. Dat was begin september 2000", zegt Roethof.
Er was nog geld voor drie maanden. "Toen hebben we gezegd: binnen zes weken moet er een andere kandidaat geldschieter zijn. Als we dat niet halen moeten we stoppen, zodat we zes weken hebben om de zaken keurig af te wikkelen. In die zes weken heb ik met heel veel partijen gesproken, met zowel venture capitalists als potentiële strategische partners, maar het tij ten aanzien van dotcom-bedrijven was volledig omgeslagen en voor een content-verhaal bestond op dat moment geen interesse meer."
Prezz.com, dat in april 2000 van start ging, was een Europese nieuwssite die zich richtte op ambtenaren, ondernemers en hoogopgeleiden met een internationale carrière. Oprichtster en CEO Roethof verwachtte in 2002 winst te gaan maken. "Als er in de zomer van 2000 was geïnvesteerd zoals de bedoeling was, waren we naar verwachting eind 2001 break even geweest." Roethof is ervan overtuigd dat Prezz.com een succes was geworden als ze de benodigde financiering had gekregen. "Bij ons was alle technologie in orde, we hadden een publishing systeem met meerdere outlets, we hadden ons nieuws op Wap, dus daar hadden we de investering niet nodig. Het benodigde geld was bedoeld om zes journalisten in te huren die sectornieuws zouden gaan maken voor het Europese bedrijfsleven. En VC's investeren nu eenmaal liever in technologie dan in mensen."
Prezz.com is niet het enige Nederlandse Internetbedrijf dat zich gedwongen zag zijn activiteiten te staken omdat het geld op was. De afgelopen maanden zijn talloze bedrijven, die vrijwel allemaal bij de oprichting als 'veelbelovend' golden, failliet gegaan of anderszins in moeilijkheden gekomen. Nieuws-syndicator YourNews moest 15 mensen ontslaan, bezorgdienst Boodschappenlijn en provider Superweb gingen failliet, en co-buying-sites Nokdown en Letsbuyit.com hielden er mee op. Nokdown had veel minder klanten dan verwacht. De gezamenlijke inkoper, gefinancierd door de e-commercetak van verzekeringsbedrijf Achmea, ging er vanuit dat eind vorig jaar 30.000 klanten via de site producten zouden bestellen. Kort na de oprichting van Nokdown werd zelfs gesproken van 130.000 klanten binnen een jaar. Begin 2001 zou het break even-punt bereikt moeten zijn. Omdat de consumenten niet kwamen opdagen, is de dienst er in oktober 2000 mee opgehouden.
Inschattingsfout
Gebrek aan klanten was ook voor Harm van Wijk de reden om met zijn beleggingssite Eutrada te stoppen. Eutrada, gelanceerd in augustus 2000, was een co-buying initiatief voor beleggers. Als zich genoeg beleggers zouden aanmelden, zou Van Wijk naar banken of commissionairs stappen om een korting te bedingen op de commissiekosten. Voor alle drie de partijen voordelig, dacht Van Wijk, die van huis uit bedrijfseconoom is. De beleggers krijgen korting, de banken en commissionairs krijgen er grote aantallen klanten bij en Eutrada zou geld kunnen verdienen door de klantgegevens aan banken te verkopen.
Van Wijk: "Ik heb een inschattingsfout gemaakt. Ik dacht dat heel veel mensen zich zouden aanmelden voor deze dienst. Ik heb er alles aan gedaan om het concept bekend te maken." Van Wijk, die Eutrada met zijn eigen geld opgericht heeft, denkt dat hij zijn tijd iets te ver vooruit was. "In de Verenigde Staten doet dit soort bedrijven het wel goed. De markt is daar natuurlijk ook veel groter. Als je daar één procent van de markt hebt, zit je goed." Hij had geen zin om naar externe financiering te zoeken. "Dat zou drie tot zes maanden hebben gekost. Dat duurde me te lang."
Het ondernemen viel hem tegen, zegt Van Wijk, die eerder betrokken was bij het opzetten van een beleggingssite voor SNS Bank en de online-versie van De Financiële Telegraaf. "Al die zaken als naar de Kamer van Koophandel gaan, een juridische structuur opzetten en de administratie, kostten veel meer tijd dan ik had verwacht." Spijt van zijn avontuur als Internetondernemer heeft hij niet. "Ik heb er veel van geleerd en ik heb gelukkig nog wat geld over. Als ik dit niet had gedaan, zou ik er mijn leven lang spijt van gehad hebben. Nu kan ik mezelf nooit het verwijt maken dat ik het nooit heb geprobeerd."
Van Wijk werkt nu als hoofd marketing, sales en business development bij de beleggingssite Binck, waar hij onder andere samenwerkingsverbanden met uitgevers opzet. Binck is opgericht door 35 ervaren mensen uit de beleggingswereld. Behalve real time koersen biedt de site ook een online portefeuille en ordermogelijkheden. Van Wijk prijst zijn nieuwe werkgever. "Alles is hier heel goed geregeld. Iedereen is in feite ondernemer met een eigen specialisme."
Grijze haren
Investeerder Vincent Everts van Insight Capital Partners, waar ook e-business goeroe Roel Pieper werkt, signaleert een "terugkeer van de grijze haren". Ervaren managers worden weer gewaardeerd door investeerders, zegt Everts. "Het businessplan en het managementteam worden nu heel kritisch bekeken. Je moet duidelijk kunnen maken waarmee je winst gaat maken en dat je een bedrijf kunt leiden. Mensen met ervaring, die al eens hebben laten zien dat ze het kunnen, maken meer kans dan onervaren ondernemers. Vage en onbewezen businessmodellen, die zijn gebaseerd op gratis diensten en klanten die veel waard zijn, zijn niet meer welkom."
Everts, die eerder directeur was van Mediaplaza, zegt dat hij blij is dat er een einde is gekomen aan de gekte op de Internetmarkt. "Ik ben gek op Internet. Al jaren, maar vorig jaar zijn er dingen gebeurd die ik absoluut niet begreep. Al die bedrijven die miljarden guldens waard waren - zoals World Online - omdat ze veel klanten hadden, dat klopte niet. Ik was al bang dat ik oud aan het worden was."
Dat er kritischer wordt gekeken naar nieuwe Internetbedrijven en bestaande ondernemingen die vervolgfinanciering zoeken, betekent niet dat er minder geïnvesteerd wordt. "Dat is een misverstand", aldus Everts. "Er wordt momenteel meer geïnvesteerd dan ooit tevoren. In Europa wordt momenteel 300.000 miljoen euro per maand in Internet- en ICT-bedrijven gestoken. Niet alleen door venture capitalists trouwens, ook door banken, verzekeraars en vervoersbedrijven."
Volgens het zakentijdschrift Tornado Insider, dat periodiek een overzicht biedt van alle investeringen in high tech-bedrijven, wordt er zelfs nog meer geïnvesteerd. In de eerste week van januari werd er al 209 miljoen euro in Europese Internetondernemingen gepompt. De grootste kapitaalinjectie kreeg Access360, een Britse provider die resource provisioning management (RPM) oplossingen aanbiedt. Access360, dat 43,5 miljoen euro kreeg, helpt grote bedrijven met het beheren van de rechten van gebruikers op pc's en netwerken. De Spaanse incubator Germinus kreeg begin dit jaar 23 miljoen euro van het Portugese telecombedrijf Oni. In december 2000 kreeg het Franse Optillion (optische netwerken) 60,4 miljoen euro. In de laatste week van december 2000 werd er in Europa meer dan 221 miljoen euro geïnvesteerd. In totaal is er volgens Tornado Insider, dat helemaal gewijd is aan de Europese venture capital-branche, vorig jaar door Europese investeerders meer dan 11 miljard euro gestoken in Internet-, ICT-, media- en telecombedrijven. Van dat bedrag ging 617 miljoen euro naar Nederlandse bedrijven. Everts: "Er wordt zwaar geld in bedrijven gestort op dit ogenblik, alleen niet meer in business to consumer (B2C) bedrijven. De investeringen in infrastructuur en business to business (B2B) gaan gewoon door."
Everts vindt het jammer dat de succesverhalen nu worden vergeten. Hij noemt het Nederlandse bedrijf NoWires Needed, dat zes miljoen euro aan kapitaal ontving, en in april 2000 voor 207 miljoen gulden werd overgenomen door het Amerikaanse Intersil. NoWires Needed maakt apparatuur voor netwerken.
Ook in de Verenigde Staten, waar het risicokapitaal is uitgevonden, wordt steeds meer geïnvesteerd. Volgens cijfers van de nieuwsdienst Mercury News en accountantskantoor PricewaterhouseCoopers bedroeg in 1996 het totale investeringsbedrag voor technologiebedrijven 10 miljard dollar (10,54 miljard euro). In 1998 was het 26 miljard dollar. In het tweede kwartaal van 2000 werd er meer dan 19,5 miljard dollar geïnvesteerd in Amerikaanse Internet- en technologiebedrijven, bijna 2,5 miljard dollar meer dan in het eerste kwartaal.
Hobbels
De Internetindustrie is dus nog lang niet dood. De ondernemers die nu failliet gaan, hadden vaak onrealistische verwachtingen van de markt en het aantal bezoekers en klanten. Volgens René Jansen, onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam, heeft slechts 2 procent van de Internetstarters een succesvolle strategie. Een goede 'e-strategie' kent volgens Jansen, die volgend jaar hoopt te promoveren op zijn onderzoek onder Internetondernemers, drie facetten. Ten eerste een specifiek, op Internet afgestemd producten- en dienstenpakket (productvernieuwing binnen bestaande markten). Ten tweede moet het bedrijf zich "in de uitvoering focussen op algehele excellentie, waarbij samenwerking met andere partijen een belangrijke rol krijgt toebedeeld (alliantievorming)". Tot slot zullen alleen die e-ondernemers overleven die "de klantcontactmomenten die ze hebben als beste weten te ondersteunen."
De 1.200 bedrijven die aan Jansens onderzoek deel hebben genomen, hebben "over het algemeen erg hoge verwachtingen van wat Internet hen zou kunnen brengen. Zij verzuimen echter en masse om serieus met Internet om te gaan, en de maatregelen te nemen die nodig zijn om een klant op professionele en serieuze wijze te bedienen", zegt Jansen.
"Internet wordt veelal gezien als een perfect medium om te leren van het interesse-, surf-, zoek- en koopgedrag. Echter, slechts 23 procent van de respondenten doet feitelijk wat met deze informatie. Een ander voorbeeld: 43 Procent van de respondenten geeft aan niet in staat te zijn bezoekers in hun basisinformatiebehoefte te voorzien, zoals het verstrekken van informatie over producten, diensten en de organisatie zelf. Wat ook opvalt is dat veel ondernemers wel de mogelijkheid bieden om online te kopen, maar dat de klant wel erg veel hobbels moet nemen voordat hij feitelijk een online order kan plaatsen. Samengevat: veel ondernemers verzuimen vooralsnog om daadwerkelijk de conversie van kijkers naar kopers goed te stimuleren en te faciliteren."
Aan bruikbare producten en diensten en een goede service ontbreekt het dus nogal eens bij startende Internetbedrijven. Iedereen die regelmatig iets bestelt via het web, weet wat er allemaal mis gaat: de database is te traag, als een formulier half is ingevuld crasht de server, het product blijkt uitverkocht, wordt nooit of pas weken later bezorgd, bezorging kan alleen tussen negen en vijf uur, de factuur klopt niet, ruilen mag niet, webwinkel gaat failliet en verkoopt de klantgegevens. Veel Internetshoppers haken, na aanvankelijk enthousiast allerlei nieuwe winkels en andere online diensten geprobeerd te hebben, teleurgesteld af en zijn na een paar slechte ervaringen niet meer geïnteresseerd in e-commerce.
Pakpapier
Jansen: "Hoewel het een open deur lijkt, denk ik dat toch veel Internetondernemers verzuimd hebben om ondernemen op Internet echt als ondernemen te zien. Het openen van een website is relatief eenvoudig. Het opzetten van een goed businessmodel en een goede organisatie daarachter is veel moeilijker. Dat zien we ook uit onze cijfers, waarbij slechts zes procent van de respondenten in staat is een klant voor, tijdens en na de koop, op een volwaardige manier via hun e-kanaal te bedienen. De meeste e-entrepeneurs exploiteren een winkel met garantie tot de deur, of een winkel met geblindeerde etalages en producten in bruin pakpapier, waardoor je als klant niet weet wat je nou echt koopt. In de fysieke wereld zijn dat nou ook niet echt succesvolle winkels."
Ondernemen op Internet is moeilijker dan de meeste mensen verwachten, zegt Jansen. "De concurrent is slechts een klik verwijderd. Daarom is het niet voldoende om je als aanbieder te onderscheiden als 'de kwaliteitsleverancier', of 'de goedkoopste'. De klant verwacht via Internet zowel hoge, geïndividualiseerde kwaliteit, als een goede prijs, veelal ondersteund met individuele aanbiedingen en promoties. Om dit daadwerkelijk waar te maken moet je je organisatie erg goed op orde hebben, anders kun je dit nooit kosteneffectief (lees winstgevend) realiseren. Samenwerken in allianties met andere partijen (bijvoorbeeld op logistiek of warehousing gebied, met je leveranciers, maar soms ook met partijen die een vergelijkbaar product in dezelfde markt zetten) blijkt hier nuttig."
"Wat ik de afgelopen maanden heb gemerkt in de vele workshops en presentaties die ik nu over het onderzoek heb verzorgd, is dat als mensen sec de uitkomsten horen, ze denken: Oké, klinkt allemaal logisch, is dat nou zo nieuw en bijzonder? Als ik echter een vraag-antwoord spel met de groep uitvoer, en ze zelf laat nadenken: zou je gaan voor marktvernieuwing of voor productvernieuwing, dan zie je dat bijna iedereen kiest voor marktvernieuwing, net als onze respondenten overigens, terwijl marktvernieuwing veel minder samenhang met succes heeft (vaak zelfs omgekeerd) dan productvernieuwing."
(Verschenen in Internet in Business, februari 2001)