Homo digitalis
Marie-José Klaver
(FEM De Week, juni 2001)
Hoofdstuk 6 - Schuld van de techniek
Digitalisering van werk bezorgt zowel bedrijven als hun werknemers juridische kopzorgen. Ook burgers lijden soms schade.
Meer en sneller werken met ict: het kan bedrijven en werknemers duur komen te staan. De rechtbank in Middelburg heeft vorig jaar bepaald dat een transformatorenfabriek in Goes aansprakelijk is voor de rsi-klachten die een werknemer van het bedrijf opliep. Als een werkgever er niet voor zorgt dat zijn personeel onder de meest ideale ergonomische omstandigheden kan werken, is hij volgens de rechter aansprakelijk. Dat kan een kostbare aangelegenheid worden. Volgens de Gezondheidsraad lijdt twintig tot veertig procent van de beroepsbevolking aan rsi. Werkgevers moeten dus of alle werkplekken aanpassen, of fikse schadevergoedingen betalen als werknemers ziek worden.
Met e-mail kan ook veel schade ontstaan, vooral voor werknemers. Wanneer ze er al dan niet geslaagde grappen mee uithalen bijvoorbeeld. 'Onze secretaresse Natalie Francisco uit Hong Kong is vermoord', mailde een personeelsfunctionaris van het Britse advocatenkantoor Herbert Smith naar alle medewerkers en zakenrelaties. Francisco was niet het slachtoffer van een moord, maar van een sick joke van een stagiair die zich virtueel voordeed als iemand van personeelszaken. Minstens zo schokkend als de mail over haar eigen dood vond Francisco sommige reacties, vertelde ze de Engelse krant The Daily Mail. 'No-one is irreplaceable', reageerde een van haar collega's.
De Londense advocaat Bradley C. die een collega een schuine opmerking van zijn minnares mailde, zal zich de haren uit zijn hoofd hebben getrokken van spijt toen de details van zijn liefdesleven als een lopend vuurtje de wereld rondgingen. Een collega stuurde de mail door naar een paar andere collega's, die het bericht ook weer doorstuurden. Binnen een dag hadden miljoenen mensen gniffelend kennisgenomen van de seksuele voorkeuren van de vriendin van de advocaat.
De werkgever van de jurist, het sjieke kantoor Norton Rose, was niet blij met het voorval. De man en enkele van zijn collega's die de mail hadden doorgestuurd, werden geschorst en bijna ontslagen.
Daar blijft het niet altijd bij. Het Gemeentelijk Vervoersbedrijf (GVB) in Amsterdam heeft een paar maanden geleden drie mensen ontslagen omdat ze hun vrouwelijke chef seksueel intimideerden via e-mail. De mannen, die lid waren van de centrale ondernemingsraad van het GVB, mailden een pornofoto rond met insinuerende teksten over hun chef. De vestigingsmanager zou haar functie niet te danken hebben aan haar professionele kwaliteiten, maar aan haar bereidheid met superieuren naar bed te gaan.
Het GVB, dat al jaren bezig is met een imagocampagne, ontsloeg de medewerkers, die ook staffuncties bij de AbvaKabo vervulden, op staande voet. De politierechter veroordeelde de mannen tot een geldboete wegens belediging.
Ook stomme fouten met e-mail kunnen voor enorme problemen zorgen. De oprichtster van een Nederlands softwarebedrijf kreeg het vreselijk aan de stok met een investeerder toen ze per ongeluk een kritische opmerking over zijn mediageilheid naar een mailinglijst stuurde waar ook enkele medewerkers van zijn bedrijf opstonden. Omdat ze boos was op de investeerder, lette de directeur niet op en realiseerde zich pas wat ze gedaan had toen de mail al weg was. "We hebben heel veel moeite moeten doen om de relatie weer een beetje normaal te krijgen."
E-mail naar de verkeerde mensen sturen, komt zo vaak voor dat het al een naam heeft: Freudiaanse e-mail of Freudian Send. Je bent zo geobsedeerd door degene die je een mail heeft gestuurd dat je per ongeluk zijn of haar naam in het To: veld invult, zegt schrijfster Alice Kahn in het mede door haar geschreven boek Your Joke's in the E-Mail (1998).
Vaak komt de mail per ongeluk bij de verkeerde persoon terecht. Omdat de boze scribent niet de knop 'forward' aanklikt, maar 'reply' of omdat hij vergeet het adres van de afzender uit het lijstje te verwijderen als hij op 'reply to all' klikt. Na het verzendfoutje volgt spijt. Wat je hebt gezegd, kun je nooit meer ongedaan maken. En vaak zeggen mensen juist in e-mails dingen die ze beter voor zich kunnen houden, volgens Kahn. Omdat degene die een e-mailer bekritiseert onzichtbaar is en de boodschap niet wordt geacht te lezen, voelt hij zich vrij om ferme taal te gebruiken.
Een andere vorm van onoplettendheid is het ongewild verspreiden van virussen. Virussen verspreiden zich op dezelfde manier als smakelijke mails met roddel, maar dan geautomatiseerd, en dus nog oncontroleerbaarder. De meeste virussen zijn zo geprogrammeerd dat een medewerker die de verleiding niet kan weerstaan om op besmette attachment te klikken, binnen een paar minuten het hele bedrijf besmet. Omdat vrijwel elk modern virus zichzelf doorstuurt aan de adressen in het adresboek van het e-mailprogramma, raken ook de netwerken van klanten en leveranciers besmet. Die kunnen het bedrijf vervolgens aansprakelijk stellen voor de schade, wat het het verantwoordelijke personeelslid beslist niet in dank afneemt.
Omdat zulke juridische risico's van het gebruik van digitaal gereedschap groot zijn, houden werkgevers hun personeel in toenemende mate in de gaten (zie kader). Met moderne technologie is dat heel goed mogelijk, zonder dat het opvalt. Maar die anonieme controle heeft ook weer z'n nadelen. Het wil wel eens omslaan in: mensen zijn schuldig tot het tegendeel bewezen is.
Neem bijvoorbeeld de wijze waarop verkeersovertreders tegenwoordig worden gecontroleerd. Om sneller te kunnen straffen, is in 1990 besloten verkeersboetes onder te brengen bij het administratieve recht. Verkeersovertreders hadden tot 1990 een goede kans om vrijuit te gaan als ze weigerden hun boete te betalen. Rechters hadden wel iets beter te doen dan vonnissen in verkeerszaken uitspreken.
Om de beoogde efficiëntie te realiseren is het boetesysteem geautomatiseerd. Het strafrecht, waar verkeersovertredingen eerder onder vielen, staat een automatische afhandeling van overtredingen niet toe. Het bestuursrecht wel. Om associaties met het strafrecht te vermijden is wel de terminologie veranderd. Wie te hard rijdt, pleegt tegenwoordig geen 'overtreding' maar een 'gedraging'. De 'verdachte' heet nu 'betrokkene'.
De meeste 'gedragingen' worden automatisch vastgesteld. Een automobilist rijdt te hard; er volgt een flits. De computer stuurt hem een acceptgiro om de boete te betalen zonder dat er een politieagent aan te pas komt. Het openbaar ministerie mag, zonder tussenkomst van de rechter, de boete onder dwang incasseren als de 'betrokkene' na dertig dagen niet heeft betaald.
De automatiseringsoperatie zorgt voor een beduidend hoger aantal geïnde boetes, en dus meer inkomsten voor de staat. Maar er is ook een belangrijk principe overboord gezet: de praesumptio innocentiae, het beginsel dat iedere burger onschuldig is tot de staat bewijst dat het tegendeel het geval is. Het boete-systeem veroordeelt de 'betrokkene'. Als hij onschuldig is, moet hij dat zelf bewijzen. En het is buitengewoon lastig argumenteren met een computer. Zoals iedereen die ooit na een systeemanalyse ten onrechte beschuldigd is van het verspreiden van virussen, kan beamen.
[Kader]
De werkgever mag meekijken
De digitalisering van het werk heeft tot gevolg dat de privacy verdwijnt. Werkgevers kunnen elke toetsaanslag zien, al onze mail lezen en precies zien welke websites we bezoeken. Ze maken steeds meer gebruik van die mogelijkheid, en krijgen daarbij soms steun van de rechter. Uit de eerste internetgerelateerde ontslagzaken blijkt dat werknemers wel privé-mail mogen sturen, maar hun recht op privacy verspelen zodra ze onbetamelijke sites bekijken of pornomail versturen. Als de werkgever vermoedt dat een van zijn krachten onbetamelijke mail stuurt, zo blijkt uit een vonnis van de Haarlemse kantonrechter, mag een diskette waar 'privé' op staat wel gelezen worden en is het wachtwoord niet meer geheim.
Lees verder: Hoofdstuk 7 - Zegen en straf
(Verschenen in FEM De Week, special New.Economy, juni 2001)